Er is sprake van bloedarmoede als er te weinig rode bloedcellen in het bloed zitten. We spreken ook van bloedarmoede als de rode bloedcellen niet goed functioneren. Rode bloedcellen bevatten de stof Hemoglobine, meestal wordt deze naam afgekort met de term Hb. Het lichaam heeft hemoglobine nodig om zuurstof vanuit de longen te vervoeren naar de rest van het lichaam. Als er sprake is van bloedarmoede wordt er minder zuurstof door het lichaam vervoerd. Dit kan voor verschillende gezondheidsklachten zorgen. Er is officieel sprake van bloedarmoede bij een man als het Hb-nivo lager is dan 8,1 mmol/l. Bij bloedarmoede bij vrouwen ligt dat cijfer op 7,5 mmol/l. Bij zwangere vrouwen of bij kinderen kunnen er andere waarden gelden. Voor het officieel vaststellen van bloedarmoede bij een huisarts worden er andere waarden gehanteerd aan de hand waarvan vastgesteld wordt of men het heeft of niet.
Iemand die bloedarmoede heeft, voelt zich vaak zwak en moe. Bij inspanning treedt dan ook heel snel kortademigheid op. Een ander effect van bloedarmoede kan ook duizeligheid zijn, men heeft dan het gevoel snel flauw te vallen, Hierbij kan men dan ook last hebben van hartkloppingen. Meer verschijnselen van bloedarmoede zijn hoofdpijn, transpireren en oorsuizen. Als het Hb-nivo in de rode bloedcellen sterk is gedaald, dan kan de persoon met bloedarmoede ook erg bleek in het gezicht worden.
Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen die ervoor zorgen dat bloedarmoede kan ontstaan. De eerste en meest voorkomende oorzaak van bloedarmoede is een tekort aan ijzer. Andere oorzaken die minder vaak voorkomen dat een tekort aan ijzer zijn: te weinig vitamine B12 of foliumzuur, een chronische ziekte, ontsteking of een infectie door slechte weerstand. Het komt niet vaak voor maar ook een erfelijke afwijking kan een oorzaak van bloedarmoede zijn.
Bloedarmoede wordt vaak veroorzaakt door niet goede of onjuiste voeding. Als er gezonde en gevarieerd wordt gegeten en gedronken dan krijgt men genoeg verschillende voedingsstoffen binnen. Voedingsstoffen zorgen ervoor dat u genoeg bouwstoffen binnen krijgt om de rode bloedcellen met daarin de stof hemoglobine aan te maken, zonder allerlei bijwerkingen. Gezond eten helpt ook om hoge bloeddruk te voorkomen.
Hemoglobine
Hemoglobine is de stof die zich bevindt in de rode bloedcellen. Bij Hemoglobine gaat het over de afwijkingen die zich kunnen bevinden in de bouw en de functie van de rode bloedkleurstof in de rode bloedcellen. Er kan gekeken worden of iemand last heeft van zijn Hemoglobine gehalte door bloed te prikken. Dit wordt vaak gedaan als er een vermoeden is van een te laag hemoglobine, waardoor bloedarmoede op kan treden of als er een te hoog gehalte wordt verwacht, dat wordt dan polycythemie genoemd.
Na enkele dagen is het bloedonderzoek bekend. Er zijn verschillende waarden die aangeven of er wat aan de hand is. Bij de mannen liggen de hemoglobine waarden gemiddeld tussen de 8.5 en de 11.0 mmol/l en bij de vrouw gemiddeld tussen de 7.5 En de 10.0 mmol/l. Als het Hb gehalte verhoogd is, dan kan dat komen door ernstige longziekte, door verhoogde aanmaak van de rode bloedcellen in het beenmerg of door uitdroging. Het Hb gehalte kan ook te laag zijn, dit kan dan komen door ijzergebrek of een gebrek aan vitamine B12. Maar het kan ook komen door erfelijke aandoeningen, lever afbraak, overmatig bloedverlies, nierziekten, chronische ziekten, kanker waarbij het beenmerg wordt aangetast of door slecht functionerend beenmerg.
Er kan op verschillende manieren bloed worden geprikt. De arts kan bloed uit een ader halen. Dan wordt een buisje bloed afgenomen uit een ader uit de arm. Dit is vaak aan de binnenkant van de arm, net in de elleboog. Of iemand links of rechts wilt laten prikken maakt niet uit, het is belangrijk dat de arts de ader goed kan voelen. Er wordt een naald in de ader geprikt, dan wordt het bloed in het buisje gezogen. Maar er kan ook bloed gehaald worden uit de vingertop. Dan wordt er een klein gaatje geprikt in één van de vingers van de patiënt. Een druppel bloed wordt opgevangen op een strip of in een buisje.
Bloedwaarden
Als men het heeft over de bloedwaarden, dan gaat het over de waarden in het bloed. Er bestaan drie soorten waarden waar naar gekeken kan worden. Allereerst heb je het hemoglobinegehalte, als tweede de leuko’s en ten derde de trombo’s. De eerste is de Hemoglobine, vaak afgekort met de term Hb. Deze stof zit in de rode bloedlichamen van ons lichaam. Als het Hb gehalte te laag is, dan is er waarschijnlijk sprake van bloedarmoede en voelt iemand zich erg vermoeid. Voor vrouwen is het Hb gehalte normaal tussen de 7.5 en 10 Hb. En voor heren is het tussen de 8.7 en de 11 Hb. Als deze getallen erg afwijken dan moet er gekeken worden naar wat er verder met iemand aan de hand is. Een andere bloedwaarde waar naar gekeken kan worden zijn de leuko’s. Dit is een getal voor het aantal witte bloedlichaampjes in je bloed. Als dit aantal te laag is, dan ben je snel ziek omdat je een verminderde weerstand hebt. Normaal ligt deze waarde tussen de 3 en de tien.
Als laatste is er nog de bloedwaarde die trombo’s wordt genoemd. Dit is een waarde die staat voor de bloedplaatjes. Als het aantal trombo’s te laag is dan stolt het bloed in je lichaam slecht. Als deze waarde te laag is, dan krijg je als eerste blauwe plekken op verschillende, maar vaak rare plaatsen op je lichaam. Verder krijgt iemand last van petechiën, dan zijn een soort van kleine rode speldenprikjes op de huid. Normaal is de waarde tussen de 150 en 400.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn kleine schijfvormige cellen die zich in het bloed bevinden. Deze bloedplaatjes leven gemiddeld tien dagen en worden gevormd in het beenmerg. Hoewel veel mensen het denken, heeft bloedarmoede geen invloed op de bloedplaatjes. De functie van de bloedplaatje is dat zij een belangrijke rol spelen bij de bloedstolling. Als dit niet goed werkt, waardoor iemand dus een afwijking heeft aan zijn bloedplaatjes, kan diegene last krijgen van ernstige bloedingen. Dit kan gebeuren omdat het bloed dan niet op tijd gaat stollen. Deze afwijking kan twee redenen hebben. Allereerst kan het komen door een verandering in het aantal bloedplaatjes. Vaker heeft iemand dan minder bloedplaatjes, vermeerdering treedt niet zo vaak op. Of de bloedplaatjes functioneren niet goed in het lichaam.
Als er een bloedvat beschadigd is, hechten de bloedplaatjes zich normaal vast aan de binnenwand van het beschadigde bloedvat. Dit heeft als naam ook wel plaatjesadhesie. Hierdoor wordt de eerste fase van het stollingsproces gevormd. Na een tijdje komen er steeds meer bloedplaatjes aan de beschadigde plek te zitten. Al deze bloedplaatjes hechten zich dan aan elkaar vast, zo vormen een soort van afsluiting. Hierdoor ontstaat het korstje op de wond, dit is het begin daarvan. Bij deze aandoening kan iemand snel blauwe plekken krijgen of onderhuidse puntbloedinkjes. De bloedingen zijn vaak langdurig en zwaarder. Er kan gedacht worden aan een bloedneus, de menstruatie bij vrouwen of een bevalling, een operatie en bloedend tandvlees.
Of iemand last heeft van bloedplaatjes kan worden vastgesteld door middel van laboratoriumtesten. Er wordt tijdens het onderzoek gekeken naar afwijkingen in de omvang, het aantal en de eigenschappen van de plaatjes. Een andere onderzoeksmogelijkheid is de manier waarop de plaatjes samenkomen. Dan worden er plaatjes van diverse verbindingen bekeken die normaal het samensmelten van de bloedplaatjes veroorzaken. Als er afwijkingen worden gezien, dan wordt dit onderzocht aan de hand van een elektronenmicroscoop.
IJzertekort
Bij veel mensen komt een tekort aan ijzer voor. Dat hoeft niet direct te betekenen dat dat ook bij iedereen tot uiting komt. IJzer is een mineraal en heeft diverse belangrijke functies in ons lichaam. De belangrijkste van die functies is het vormen van de rode bloedkleurstof in de rode bloedcellen. Deze rode bloedcellen vervoeren de zuurstof in het lichaam vanuit de longen naar alle andere delen van het lichaam. Bovendien is ijzer belangrijk voor de afbraak van de schadelijke stoffen die in ons lichaam voorkomen. IJzer is een belangrijke stof voor de aanmaak van afweerstoffen in het lichaam.
We spreken van een voldoende en goede voorraad ijzer in het lichaam als het lichaam tussen de 800 mg en 1500 mg ijzer bevat. Om voldoende ijzer binnen te kunnen krijgen, moet u goed weten welke producten veel ijzer bevatten. Er zijn twee soorten ijzer te benoemen, heemijzer en niet heemijzer. Het heemijzer treft u aan in de producten als vlees en vis. Het niet heemijzer is de vorm van ijzer die aangetroffen wordt in producten als groenten, fruit, graan, aardappelen en brood. Heemijzer wordt goed door het lichaam opgenomen. Het niet heemijzer wordt door het lichaam wat minder goed opgenomen. Als er sprake is van een ijzertekort, dan is er in feite te weinig van het mineraal ijzer aanwezig in het lichaam. Als er een ijzertekort is, vermindert het zuurstoftransport door het lichaam en dan houden de spieren niet genoeg zuurstof vast. IJzertekort is niet gebonden aan leeftijd, bij alle leeftijdsgroepen kan een ijzertekort optreden met name bij jonge kinderen en bij zwangere vrouwen kan het vaker voorkomen dan bij andere groepen.
Als u zich moe en futloos voelt en na inspanning last heeft van hoofdpijn dan kan er sprake zijn van een tekort aan ijzer. Bovendien kan er bij een tekort aan ijzer duizeligheid en vermoeidheid optreden. Daarnaast kunnen bloedarmoede, aanhoudende vermoeidheid en bleekheid een gevolg zijn van te weinig ijzer in het lichaam. Het eten van voeding met daarin voldoende ijzer en het nemen van vitamine C, daarmee ondersteunt u het lichaam bij het verbeteren van de inname van ijzer en het wegwerken van het tekort.